Einde van de oorlog tegen Afghanistan: einde van de oorlogsjustitie tegen Nizar Trabelsi en Malika El Aroud ?

Op 11 september 2021, twintig jaar na de aanslagen in New York en de start van de oorlog tegen Afghanistan, zullen de laatste Amerikaanse troepen Afghanistan verlaten. Althans, dat was het plan. Biden besliste om de terugtrekking nog met 10 dagen te vervroegen. Er is haast bij: het scenario van een compleet debacle, zoals dat op het einde van de Vietnamoorlog, behoort tot de mogelijkheden. Wat er overblijft van de Amerikaanse bezettingsmacht riskeert er onder de voet gelopen te worden door de Taliban, diegenen om wie het allemaal begon en die tot voor kort als dood en verslagen werden verklaard.   

Het is wellicht weinig bekend onder diegenen die nu twintig jaar oud zijn, maar Belgische troepen waren van de eerste tot de laatste dag van deze misdadige oorlog betrokken partij. Het is weinig waarschijnlijk dat we in België daarover excuses zullen horen, laat staan dat er een vervolging zou komen van diegenen die ons deden meestappen in een oorlog die er nooit had mogen komen.

De Global War on terror, begonnen in Afghanistan, gevolgd door de oorlog tegen Irak en andere landen, heeft een verschrikkelijke tol geëist. Zowel op het vlak van mensenlevens als financieel als op het vlak van de democratische rechten wereldwijd.

De slachtoffers van de Global War on Terror

Als antwoord op de aanslagen van 2001 ontketenden de Verenigde Staten en zijn bondgenoten de “Global War on Terror”, de totale oorlog tegen het terrorisme. Op de herdenking van twintig jaar 9/11 zullen de namen van de 3000 slachtoffers in New York voorgelezen worden. Maar niet de namen van al de onschuldige slachtoffers die in de War on Terror vielen. Die lijst is te lang. Die lijst is onvolledig, omdat een naam en het leven van een slachtoffer ginds niet evenveel telt als een slachtoffer hier. 

Ten minste 800.000 mensen kwamen om als een direct gevolg van de War on Terror die sinds twintig jaar over de wereld raast. Volgens Iraq Body Count zijn er in de periode van 2003 tot 2021, tussen de 185.497 en 208.547 burgerdoden gevallen.^[1] Daarbij zijn niet meegeteld “het aantal mensen dat gewond is geraakt of ziek is geworden als gevolg van de oorlog, noch het aantal burgers dat indirect is omgekomen als gevolg van de vernietiging van ziekenhuizen en infrastructuur en milieuvervuiling.”^[2] Ook niet de honderdduizenden kinderen die door de oorlog weeskinderen werden. Ook niet de 37 miljoen mensen die gedwongen op de vlucht sloegen voor de oorlog, binnen en uit Afghanistan, Irak, Pakistan, Yemen, Somalië, Libië, Syrië... Op de tweede wereldoorlog na, de grootste massaverplaatsing van mensen sinds het jaar 1900.

Een oorlog in plaats van een politionele actie

De bloedige aanslagen in New York waren geen daden die toelieten om ze te definiëren als een oorlog. Alleen al omdat alleen maar een van de twee partijen een staat is, en een oorlog normaal tussen staten wordt uitgevochten. Toch werden ze behandeld alsof het om een oorlog ging en niet om een misdaad.^[3] Geen inzet dus van politionele of juridische middelen, zoals in het verleden in andere landen met vormen van terrorisme gebeurde.^[4] Wel de ontplooiing van een moordende Westerse legermacht tegen Afghanistan, volgens de NAVO zelf “een van de grootste coalities uit de geschiedenis” met de deelname van “130.000 soldaten uit 50 NAVO landen en andere bevriende landen”.^[5]  Twintig jaar later is er maar één balans : de monstercoalitie onder leiding van de Verenigde Staten leed in Afghanistan de complete nederlaag. De Taliban zijn terug. Het vuur van het terrorisme dat men zogenaamd wilde doven verspreidde zich over de hele wereld. Op zijn beurt creëerde de oorlog tegen Irak de Islamitische Staat.

Een politieke en culturele ommezwaai

De oorlog tegen het terrorisme heeft de politieke en justitiële cultuur in de Westerse landen radicaal veranderd. Terrorisme werd gelijkgesteld met geweld gepleegd door moslims. Islamofobie en racisme werden gemeengoed. Extreemrechts brak door, zowel op het politieke toneel als met geweld.

Op het vlak van justitie en gevangeniswezen maakten we een historische sprong achteruit, een Guantanamo-isering van cultuur en praktijken, ten opzichte van alle progressieve opvattingen die we kenden in de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw.

Het model van Guantanamo, het Amerikaanse gevangeniskamp op Cuba dat in de maanden na de start van de oorlog werd opgericht voor vermeende moslimterroristen uit Afghanistan, heeft een wereldwijde invloed gehad. Guantanamo werd synoniem voor de toelaatbaarheid van foltering en ongelimiteerde detentie. Maar ook een model voor de verbanning en de uitzuivering van de ongewensten – terroristen, illegale vluchtelingen… - uit de maatschappij. Het kamp werd immers door de Amerkanen geïnstalleerd op een eiland, buiten het nationale grondgebied, buiten de nationale en internationale wetten. Iets wat meerdere landen op gelijkaardige ideeën bracht. Guantanamo toonde dat er geen grenzen meer zijn op het vlak van detentie. Gedetineerden werden over de continenten heen getransporteerd met de hulp van Europese en Arabische landen, die als een soort subcontractors optraden. De vraag om detentiekampen voor ongewenste vluchtelingen te bouwen buiten de grenzen, om gevangeniseilanden op te richten, om Westerse gevangenissen te bouwen in vroegere kolonies kende een ongeziene vlucht vooruit. In Australië worden vluchtelingen belet een voet aan wal te zetten en worden ze opgesloten op het eiland Manus en Nauru. In Denemarken kwam het voorstel om het Lindholm eiland te gebruiken om illegale vluchtelingen op te sluiten. De Britse minister van binnenlandse zaken wil asielzoekers en/of mensenhandelaars verbannen naar offshore centra waar hun straf wordt uitgezeten aanvraag. Het Ascension Island, of St Helena, of oude ferryboten en verlaten olieplatformen zijn pistes die onderzocht worden.^[6]  In Frankrijk gingen stemmen op om een Guantanamo te bouwen voor moslimterroristen en aanhangers op het Ile de Ré^[7]. Hetzelfde in Oostenrijk waar de leider van FPÖ,  Heinz-Christian Strache, in 2017 voorstelde gekende islamisten te arresteren en naar eenzame eilanden te sturen. Groot-Brittannië wilde een gevangenis bouwen in Nigeria en in Jamaïca, maar moet daar voorlopig van afzien^[8]. In Zwitserland en ook in België (het voorstel van Bart Dewever) kwam de vraag aan Marokko om een Zwitserse of Belgische gevangenis te bouwen voor buitenlanders. Voorlopig nog zonder resultaat.  

De oorlog tegen het terrorisme heeft ook onze eigen opvattingen verziekt. Laten we het niet eens hebben over onze empathie die jaar na jaar meer en meer wegsmolt als sneeuw voor de zon en plaats maakte voor een algemene verharding van de zeden. Ook de vraag om gerechtigheid, gelijkheid en vrede werd verstikt door het gevoelen van wraak. Zeker als het gaat om mensen die beschuldigd worden van terrorisme. Wie protesteert nog tegen het feit dat een gedetineerde gefolterd wordt, fysiek of psychisch? Dat hij of zij twee keer gestraft wordt voor hetzelfde feit? Dat hij of zij boven op zijn straf de nationaliteit verliest of uitgeleverd wordt zelfs als daar geen wettelijke grond voor is? Dat wat geldt voor de enen, niet meer geldt voor diegenen van wie we ons willen ontdoen? We maken een fascistisch scenario mee dat we kennen uit het verleden, maar waarvan we ons alleen het einde herinneren maar niet het begin. Namelijk hoe het nazisme in de jaren 30 onder algemeen applaus zijn weg heeft gebaand door zijn aanpak (detentie en uiteindelijk massamoord) van onverbeterlijke delinquenten, criminele geesteszieken, ‘personen van onzuiver bloed’, mensen die ‘niet in staat waren om te werken’, schizofrenen, epileptici, mensen met ernstige misvormingen en zware alcoholici[9].

We moeten ons eerlijk de vraag stellen of Trabelsi en El Aroud behoren tot die categorie van mensen die we eigenlijk het liefst uitgeroeid zien?

Oorlogsjustitie

De oorlog tegen Afghanistan kwam naar België onder de vorm van een oorlogsjustitie tegen gevangenen, die tot het kamp van onze tegenstanders behoorden.

Nizar Trabelsi en Malika El Aroud verbleven in Afghanistan voor de oorlog begon. Op 13 september 2001, enkele maanden na zijn terugkeer naar België werd Nizar Trabelsi gearresteerd omwille van zijn plan om de Amerikaanse basis van Kleine Brogel in Limburg aan te vallen. Trabelsi bekende zijn plan en werd daarvoor veroordeeld tot wat toen de maximumstraf was: tien jaar effectieve gevangenisstraf. Hij zat die straf tot de laatste dag uit in verschillende Belgische gevangenissen. Hij bleef echter nog twee jaar langer in de gevangenis dan zijn straf voorzag. Omdat hij, zo zegden de Belgische justitie en politieautoriteiten, de uitspraak van zijn beroep bij het Europees hof voor de mensenrechten tegen zijn uitlevering aan de verenigde Staten moest afwachten. Op jacht naar wie ook maar verdacht werd een handlanger van Bin Laden te zijn, hadden de Amerikaanse autoriteiten om zijn uitlevering gevraagd. Ook al hadden ze geen enkel nieuw element om die uitlevering te rechtvaardigen, ook al is het verboden om iemand twee keer voor hetzelfde feit te vervolgen. De Belgische justitie aanvaardde het uitleveringsverzoek, minister De Clerck ondertekende het uitleveringsbevel, en zijn opvolgster Annemie Turtelboom liet, in oktober 2013, Trabelsi op een vliegtuig zetten naar een Amerikaanse gevangenis. Die uitlevering was illegaal. Voor de eerste keer in zijn geschiedenis, veegde België een vonnis van het Europees Hof voor de Mensenrechten aan zijn laars. Dat Hof had immers herhaalde malen België aangemaand Trabelsi niet uit te leveren zolang er geen uitspraak was in het beroep dat Trabelsi had aangetekend. Intussen zit Trabelsi al acht jaar in isolement in een Amerikaanse gevangenis. In afwachting van zijn proces. Al twintig jaar in de gevangenis voor een plan!

Malika El Aroud werd op 11 december 2008 door de Belgische politie gearresteerd en veroordeeld tot de maximumstraf van 8 jaar effectieve gevangenis. Omwille van terroristische activiteiten, die bestonden uit het oproepen tot de Jihad tegen de Amerikaanse troepen in Afghanistan. Ook zij zat haar straf uit tot de laatste dag: ze kwam vrij in december 2016. Maar ook hier kwam er geen einde aan de straf.  Ditmaal was er een omgekeerd scenario: niemand vroeg om de uitlevering van El Aroud, maar België nam haar Belgische nationaliteit af en wilde haar uitwijzen naar Marokko, het land van haar tweede nationaliteit. Marokko weigerde – terecht – Malika El Aroud, een Belgische onderdaan, op te nemen. Iets wat Sammy Mahdi in een colère deed schieten en deed verklaren: “als het van mij afhing zette ik haar onmiddellijk op een vliegtuig naar Marokko”.  Net zoals gebeurde met Trabelsi. In uitvoering van de beslissing om haar Belgische nationaliteit af te nemen, werd Malika, nauwelijks twee jaar na haar vrijlating, en intussen zestig jaar geworden, op 11 oktober 2018 opnieuw gearresteerd. Ze werd gedurende zeven maand opgesloten in het Centrum voor illegalen in Brugge in afwachting van haar uitzetting. Daarna werd ze getransfereerd naar een gelijkaardig centrum, de Caricole in Zaventem, waar ze vijf maand verbleef. Daarna werd ze overgebracht naar een huis in West-Vlaanderen waar ze onder huisarrest werd geplaatst: verbod om de gemeente te verlaten, verplichting om zich elke dag tussen 9 en 10 te melden op het politiebureau, nachtelijk uitgaansverbod. Voor haar onderhoud kreeg ze maaltijdcheques.  Die vorm van gevangenschap duurde tot 1 maart 2021, de dag waarop een rechter haar “in vrijheid stelde”, maar “met het bevel het grondgebied te verlaten”. In de feiten werd El Aroud stateloos. Zonder Belgische identiteitspapieren, geweigerd in Marokko, en zonder enig inkomen kan Malika geen kant meer op. Mijn vraag aan mijnheer Mahdi: hoe moeten zulke mensen overleven? Wordt het geen tijd om de strijdbijl te begraven?

Amnestie nu !

Het akkoord tussen de Taliban en de Amerikaanse en Afghaanse regering afgesloten in februari 2020 voorziet de vrijlating van 5000 gevangen Talibanstrijders in ruil voor 1000 Afghaanse regeringssoldaten.  Op het einde van de Franse oorlog tegen het Algerijnse FLN voorzag het akkoord van Evian (1962) in de vrijlating van 6000 FLN gevangenen en volledige amnestie. De akkoorden van Parijs tussen het Vietnamese verzet en de Amerikanen uit 1973 voorzagen in de vrijlating van alle gevangenen.  Onder de Goede Vrijdagakkoorden uit 1998 tussen het Ierse verzet en de Britse regering werd een akkoord bereikt over de vrijlating van 428 gevangenen, waaronder 143 die veroordeeld waren tot levenslang.

Nu het eind van de Afghaanse oorlog in zicht is, zal Biden het kamp van Guantanamo sluiten? Zal hij de 40 overblijvende gevangenen, in onbeperkte detentie, vrijlaten? Zal België aan de VS vragen om de vervolging van Trabelsi te staken? Zal België de dubbele straf van Malika El Aroud ongedaan maken? Het zouden tekenen zijn op de weg naar vrede en verzoening. 

 

 

 

---

[1]https://en.wikipedia.org/wiki/Casualties_of_the_Iraq_War  

[2] https://watson.brown.edu/costsofwar/costs/human

[3] Jane Mayer, The Dark Side, The inside story of how the war on terror turned into a war on American ideals, Doubleday 2008, pg 52

[4] https://watson.brown.edu/costsofwar/files/cow/imce/papers/2011/Coping%20with%20911.pdf

[5] https://www.nato.int/cps/en/natohq/topics_8189.htm

[6] https://www.theguardian.com/uk-news/2021/jul/05/priti-patel-to-reveal-proposals-for-offshore-centres-for-asylum-seekers

[7] http://supermax.be/guantanamo-chez-nous-fenech-lr-prone-un-guantanamo-a-la-francaise-sur-lile-de-re-french-mp-calls-for-new-guantanamo-bay-for-terror-suspects/

[8] https://corporatewatch.org/product/prison-island/

[9] Geciteerd in I can’t breathe, de nieuwe adem van het verzet, Luk Vervaet, Antidote, 2021

Fin de la guerre contre l'Afghanistan : fin de la justice de guerre contre Nizar Trabelsi et Malika El Aroud ?

 par Luk Vervaet

Le 11 septembre 2021, vingt ans après les attentats de New York et le début de la guerre contre l'Afghanistan, les dernières troupes américaines quitteront l'Afghanistan. Du moins c'était le plan. Biden a décidé d'avancer le retrait de dix jours. Car il y a urgence : le scénario d'une débâcle totale, comme celle de la guerre du Vietnam, est possible. Ce qui reste des forces d'occupation américaines risque d'être balayé par les Talibans, ceux contre qui tout a commencé et qui, jusqu'à récemment, étaient déclarés morts et enterrés.

Les moins de vingt ans ne le savent peut-être pas mais les troupes belges ont été impliquées du premier au dernier jour de cette guerre criminelle. Il est peu probable que nous entendions des excuses à ce sujet en Belgique, et encore moins qu'il y ait des poursuites contre ceux qui nous ont embarqués dans une guerre qui n'aurait jamais dû avoir lieu.

La  « Global war on terror », déclenchée en Afghanistan, suivie de la seconde guerre contre l'Irak et d'autres pays, a fait des ravages. Tant en termes de vies humaines, de coûts financiers qu'en termes de droits démocratiques dans le monde.

Les victimes de la guerre mondiale contre le terrorisme

Sous prétexte de répondre aux attentats de 2001, les États-Unis et leurs alliés ont déclenché la guerre mondiale contre le terrorisme. À l'occasion du vingtième anniversaire du 11 septembre, les noms des 3 000 victimes à New York seront lus. Mais pas les noms de toutes les victimes innocentes qui sont tombées dans cette guerre. Cette liste est trop longue. Cette liste ne pourrait être qu’incomplète, car le nom et la vie d'une victime là-bas ne comptent pas autant qu'une victime ici.

Au moins 800 000 personnes sont mortes des suites directes de la guerre contre le terrorisme qui balaie le monde depuis vingt ans. Selon Iraq Body Count, entre 2003 et 2021, il y a eu entre 185 497 et 208 547 morts parmi les civils^[1]. Cela n'inclut pas « le nombre de personnes blessées ou rendues malades à la suite de la guerre, ni le nombre de civils tués indirectement à la suite de la destruction d'hôpitaux et d'infrastructures et de la pollution de l'environnement »^[2]. Pas non plus les centaines de milliers d'enfants devenus orphelins à cause de la guerre. Ni les 37 millions de personnes qui ont été forcées de fuir la guerre, à l'intérieur et à l'extérieur de l'Afghanistan, de l'Irak, du Pakistan, du Yémen, de la Somalie, de la Libye, de la Syrie... À l'exception de la seconde guerre mondiale, le plus grand déplacement de masse de personnes depuis l'année 1900. Et tout cela sans parler des victimes de la première guerre d’Irak de 1991.

Une guerre au lieu d'une action policière

Les attentats sanglants de New York n'étaient pas des actes qui pouvaient être qualifiés d’actes de guerre^[3]. Ne serait-ce que parce qu'un seul des deux camps est un État, et que la guerre se déroule normalement entre États. Pourtant, ils ont été traités comme s'il s'agissait d'une guerre et non d'un crime. Donc pas de recours à la police ou aux moyens légaux, comme cela s'est produit dans le passé avec des formes de terrorisme dans d'autres pays^[4], mais bien le déploiement d'une armée occidentale meurtrière contre l'Afghanistan, qui selon l'OTAN elle-même a été « l'une des plus grandes coalitions de l'histoire » avec la participation de « 130 000 soldats de 50 pays de l'OTAN et d'autres pays amis »^[5]. Vingt ans plus tard, il n'y a qu'un bilan : la coalition monstre menée par les États-Unis a subi une défaite totale en Afghanistan. Les talibans sont de retour. Les feux du terrorisme qu'ils voulaient soi-disant éteindre se sont propagés dans le monde entier. À son tour, la guerre contre l'Irak a créé l'État islamique.

Un revirement politique et culturel

La guerre contre le terrorisme a radicalement changé la culture politique et judiciaire des pays occidentaux. Le terrorisme est assimilé à la violence perpétrée par les musulmans. L'islamophobie et le racisme sont devenus monnaie courante. L'extrême droite a percé, tant sur la scène politique que par la violence.

Sur le plan de la justice et de la politique carcérale, nous avons fait un bond en arrière historique, une guantanamisation de la culture et des pratiques, par rapport à toutes les visions progressistes que nous avons connues dans les années 1960 et 1970.

Le modèle de Guantanamo, le camp de prisonniers américain à Cuba, établi dans les mois qui ont suivi le début de la guerre, pour les terroristes musulmans présumés d'Afghanistan, a eu un impact mondial. Guantanamo est devenu synonyme d'autorisation de torture et de détention illimitée. Mais aussi un modèle pour le bannissement et la purification des indésirables - terroristes, réfugiés illégaux... - de la société. Après tout, le camp a été installé par les Américains sur une île, en dehors du territoire national, en dehors des lois nationales et internationales. Quelque chose qui a donné à plusieurs pays des idées similaires. Guantanamo a montré qu'il n'y a plus de limites à la détention. Les détenus étaient transportés à travers les continents avec l'aide des pays européens et arabes, agissant comme une sorte de sous-traitants. La demande de construire des camps de détention pour les réfugiés indésirables à l'extérieur des frontières, d'installer des îles-prison, de construire des prisons occidentales dans d'anciennes colonies a décollé comme aucune autre. En Australie, les réfugiés sont empêchés de mettre les pieds sur le territoire national et sont confinés sur l'île de Manus et Nauru. Au Danemark est venue la proposition d'utiliser l'île de Lindholm pour détenir des réfugiés illégaux. Le ministre de l'Intérieur britannique veut bannir les demandeurs d'asile et/ou les passeurs dans les centres offshores où leur peine sera purgée. L'île de l'Ascension, ou Sainte-Hélène, ou les anciens ferries et plates-formes pétrolières abandonnées sont aussi des pistes explorées^[6]. En France, on a entendu des appels à construire un Guantanamo pour les terroristes et sympathisants musulmans sur l'Ile de Ré^[7]. De même en Autriche où le leader du FPÖ Heinz-Christian Strache a proposé en 2017 d'arrêter des islamistes connus et de les envoyer dans des îles isolées. La Grande-Bretagne aimerait construire une prison au Nigeria et en Jamaïque^[8]. En Suisse et aussi en Belgique (proposition de Bart De Wever), le Maroc a été sollicité pour construire une prison suisse ou belge pour étrangers. Pour l'instant sans résultat.

La guerre contre le terrorisme a également empoisonné nos propres opinions. Ne parlons même pas de notre empathie qui, année après année, a fondu comme neige au soleil, laissant place à un durcissement général des mœurs. L'exigence de justice, d'égalité et de paix  a progressivement fait place à la soif de vengeance. Surtout quand il s'agit de personnes accusées de terrorisme. Qui proteste contre le fait qu'un détenu soit torturé, physiquement ou psychologiquement ? Qu'il soit puni deux fois pour le même délit ? Qu'il ou elle, en plus de sa peine, perde sa nationalité ou soit extradé/e même s'il n'y a aucune base légale pour cela ? Ce qui vaut pour les uns ne vaut plus pour ceux dont on veut se débarrasser ? Nous vivons un scénario fasciste vécu dans le passé, dont nous nous souvenons de la fin mais dont nous avons oublié les débuts. À savoir, la façon dont le nazisme a fait son chemin dans les années 1930, sous les applaudissements généralisés, avec son traitement des délinquants incorrigibles, des criminels aliénés, des « personnes au sang impur », des personnes « incapables de travailler », des schizophrènes, des épileptiques, des personnes atteintes de malformations sévères et des alcooliques sévères, c’est-à-dire la détention et finalement le meurtre de masse^[9].

Nous devons vraiment nous demander si Trabelsi et El Aroud appartiennent à cette catégorie de personnes que nous préférons voir exterminées ?

Justice de guerre

Dans notre pays, la guerre contre l'Afghanistan a pris la forme d’une justice de guerre contre les prisonniers appartenant au camp de nos opposants.

Nizar Trabelsi et Malika El Aroud vivaient en Afghanistan avant le début de la guerre. Le 13 septembre 2001, quelques mois après son retour en Belgique, Nizar Trabelsi est arrêté pour son projet d'attaquer la base américaine de Kleine-Brogel dans le Limbourg. Trabelsi a avoué son plan et a été condamné à ce qui était alors la peine maximale : dix ans d'emprisonnement effectif. Il a purgé cette peine jusqu'au dernier jour dans différentes prisons belges. Cependant, il est resté en prison pendant deux ans de plus que la peine prévue. Car, selon la justice et la police belges, il devait attendre le verdict de son recours devant la Cour européenne des droits de l'homme contre son extradition vers les États-Unis.

À la recherche de toute personne soupçonnée d'être le complice de Ben Laden, les autorités américaines avaient demandé son extradition. Même s'ils n'avaient aucun élément nouveau pour la justifier, même s'il est illégal de poursuivre quelqu'un deux fois pour le même délit, la justice belge a accepté la demande d'extradition, le ministre De Clerck a signé l'ordonnance d'extradition et son successeur Annemie Turtelboom a fait mettre Trabelsi dans un avion vers une prison américaine en octobre 2013. Cette extradition était illégale. Pour la première fois de son histoire, la Belgique a bafoué un arrêt de la Cour européenne des droits de l'homme. Après tout, cette Cour avait demandé à plusieurs reprises à la Belgique de ne pas extrader Trabelsi tant qu'il n'y aurait pas eu de décision dans le recours que Trabelsi avait déposé. Et depuis huit ans, Trabelsi est en isolement dans une prison américaine  en attendant son procès. Vingt ans de prison seulement pour un plan !

Malika El Aroud quant à elle a été arrêtée par la police belge le 11 décembre 2008 et condamnée à la peine maximale de huit ans de prison. En raison d'activités terroristes, qui consistaient à inciter au Jihad contre les forces américaines en Afghanistan. Elle a également purgé sa peine jusqu'au dernier jour : elle a été libérée en décembre 2016. Mais là aussi, la peine n'a pas connu de fin. Cette fois, c'était le scénario inverse : personne n'a demandé l'extradition d'El Aroud, mais la Belgique lui a retiré sa nationalité belge et a voulu l'expulser vers le Maroc, le pays de sa seconde nationalité. Le Maroc a – à juste titre – refusé d'accepter Malika El Aroud, une ressortissante belge. Chose qui a rendu Sammy Mahdi fou furieux : « Si cela dépendait de moi, a-t-il déclaré, je la mettrais immédiatement dans un avion pour le Maroc ».

En exécution de la décision de lui retirer la nationalité belge, Malika, aujourd’hui sexagénaire,  a de nouveau été arrêtée le 11 octobre 2018, à peine deux ans après sa libération. Elle a été détenue pendant sept mois au Centre pour immigrés clandestins de Bruges en attendant son expulsion. Elle a ensuite été transférée dans un centre similaire, la Caricole à Zaventem, où elle est restée cinq mois. Elle a ensuite été transférée dans une maison en Flandre occidentale où elle a été assignée à résidence : interdiction de sortir de la commune, obligation de se présenter au commissariat tous les jours entre 9 et 10, couvre-feu nocturne. Elle a reçu des chèques-repas pour son entretien. Cette forme d'emprisonnement a duré jusqu'au 1er mars 2021, jour où un juge « l'a libérée », mais « lui a ordonné de quitter le territoire ». En fait, El Aroud est devenue apatride. Sans papiers d'identité belges, refusée au Maroc, et sans aucun revenu, Malika n'a nulle part où aller. Ma question à M. Mahdi : comment de telles personnes peuvent-elles survivre ? N'est-il pas temps d'enterrer la hache de guerre ?

Amnistie maintenant !

L'accord signé entre les Talibans et les gouvernements américain et afghan en février 2020 prévoit la libération de cinq mille combattants talibans captifs en échange de mille soldats du gouvernement afghan. À la fin de la guerre française contre le FLN algérien, les accords d'Evian (1962) prévoyaient la libération de six mille prisonniers du FLN et une amnistie totale. Les accords de Paris de 1973 entre la résistance vietnamienne et les Américains prévoyaient la libération de tous les prisonniers. Dans le cadre des accords du Vendredi saint de 1998 entre la Résistance irlandaise et le gouvernement britannique, un accord a été conclu pour la libération de 428 prisonniers, dont 143 condamnés à la réclusion à perpétuité.

Avec la fin de la guerre d'Afghanistan en vue, Biden va-t-il fermer le camp de Guantanamo ?

La Belgique exigera-t-elle des États-Unis l’abandon des poursuites contre Nizar Trabelsi  et son retour en Belgique et abandonnera-t-elle sa politique de double peine envers Malika El Aroud ?

 

 

---

[1] https://en.wikipedia.org/wiki/Casualties_of_the_Iraq_War  

[2] https://watson.brown.edu/costsofwar/costs/human

[3] Jane Mayer, The Dark Side, The inside story of how the war on terror turned into a war on American ideals, Doubleday 2008, pg 52

[4] https://watson.brown.edu/costsofwar/files/cow/imce/papers/2011/Coping%20with%20911.pdf

[5] https://www.nato.int/cps/en/natohq/topics_8189.htm

[6] https://www.theguardian.com/uk-news/2021/jul/05/priti-patel-to-reveal-proposals-for-offshore-centres-for-asylum-seekers

[7] http://supermax.be/guantanamo-chez-nous-fenech-lr-prone-un-guantanamo-a-la-francaise-sur-lile-de-re-french-mp-calls-for-new-guantanamo-bay-for-terror-suspects/

[8]  https://corporatewatch.org/product/prison-island/

[9] Cité dans Le meurtre de George Floyd, la pandémie des violences policières et son traitement révolutionnaire, Luk Vervaet, Antidote, 2021

Les autorités américaines m’interdisent de parler à Nizar Trabelsi : la lente mise à mort d’un extradé aux États-Unis.

par Luk Vervaet

Le 30 juin 2018, j’ai appris que ma demande d’avoir un contact téléphonique avec Trabelsi était refusée par les autorités américaines. Ce n’est qu’un élargissement et une conséquence du ban que je subis depuis près de dix ans en Belgique : interdiction d’enseigner, de visiter ou de contacter quelqu’un dans toutes les prisons belges. 

Dans la décision américaine, le rôle des services de police belges et des procureurs belges a été déterminant. Quand je visitais Trabelsi à Lantin, il me disait qu’il était au courant que la FBI avait demandé la liste de ses visiteurs. Je pensais qu’il essayait de m’impressionner. Mais il avait raison. Lors d’une réunion aux États-Unis, qui a duré quatre jours, entre la police et les experts antiterroristes américains et la police belge et le procureur fédéral belge Michel Yernaux, ce dernier a promis de fournir aux services antiterroristes américains, je cite, « la liste de tous les numéros de téléphone que Trabelsi a demandé à joindre, de tous les destinataires et les expéditeurs de ses courriers, et de toutes les personnes qui lui ont rendu visite en prison. » Cela se trouve noir sur blanc dans un document, qui décrit le plan commun sur comment on allait s’y prendre pour pouvoir extrader Trabelsi. 

Est-ce normal que mon nom ou les noms des membres de La Ligue des droits de l’homme ou d’Amnesty international Belgique, qui ont visité Trabelsi en prison soient transmis à la FBI, pour y être mis sur la liste noire ?  

Si on laisse faire, Trabelsi passera le restant de sa vie en prison. Et avec lui les droits démocratiques élémentaires des rares personnes qui se sont opposées à sa mise à mort, lente, mais certaine. 

Les SAM (Special administrative measures – Mesures administratives spéciales)  

Le footballeur professionnel tunisien Nizar Trabelsi est en prison depuis 2001, soit 17 ans sans interruption, pour avoir conçu le plan de commettre un attentat contre la base militaire de l’OTAN à Kleine Brogel en Belgique, attentat qui n’a jamais eu lieu [1] .

Depuis son extradition illégale par la Belgique le 3 octobre 2013, il est prisonnier fédéral aux États-Unis[2]. Il s’y trouve en isolement depuis près de cinq ans à la prison régionale de Rappahannock à Stafford, en Virginie. Une prison à la campagne, in the middle of nowhere - au milieu de nulle part -, à une heure de route de Washington. À part celle de ses avocats, il n’a reçu aucune visite depuis cinq ans.

Lorsqu’il était enfermé à Lantin en Belgique, je suis devenu son visiteur de prison, à la demande de la famille. Nous y avons entamé l’écriture d’un livre sur sa vie, avant que les autorités belges ne m’interdisent tout contact. En 2009, j’ai organisé une action de protestation contre son isolement dans la section d’isolement AIBV de la prison de Bruges et contre son éventuelle extradition aux États-Unis. En 2013, il m’avait demandé d’être témoin à son mariage, ce que j’avais accepté. Par son extradition le 3 octobre, la Belgique a empêché cette union, qui devait être célébrée la même semaine dans la prison d’Ittre.     

 Le 3 mai 2018, en tant qu’aide aux avocats de la défense aux États-Unis, j’ai signé un document des autorités américaines pour obtenir l’autorisation de lui parler au téléphone. J’y déclarais que mes contacts téléphoniques ou écrits avec Trabelsi respecteraient toutes les restrictions imposées tant à lui qu’à moi par les autorités. 

Ces restrictions sont formulées dans un document qui s’appelle « Special Administrative Measures » (SAM) – Mesures Administratives Spéciales. Ce document, qui doit être signé par les avocats, avant même qu’ils soient admis comme avocats de la défense, et par toute personne admise à entrer en contact avec lui, porte un nom on ne peut plus banal. En réalité, il cache un traitement d’isolement draconien, quasi absolu, du détenu.

Le texte du document (photo) que j’ai signé dit ceci : 

« Déclaration

En signant le document ci-dessous, j'accuse réception du document de restrictions SAM pour Nizar Trabelsi, daté du 30 octobre 2017 (il s’agit d’un renouvellement des SAM précédents). En signant la déclaration, j’en prends connaissance et je déclare que j’accepte les dispositions SAM, en particulier celles qui concernent le contact entre le détenu et son avocat et le personnel du procureur. La signature de l'affirmation ne constitue pas une approbation du MAS ou des conditions de détention, et elle ne sert pas à attester un soutien à un des facteurs énoncés dans les conclusions soutenant le SAM. Cependant, en signant l'affirmation, je reconnais la restriction selon laquelle ni moi ni mon personnel ne transmettrons des messages de tiers à ou du détenu. Signature et date ».

En signant ce document, je savais que je m’enfermais dans le silence. Que je ne pourrais plus rien dire ni écrire sur ce qu’il me dirait sur ses conditions de détention, sa santé, l’évolution du procès. Mais, je me suis dit que, dans la situation actuelle, établir un contact humain était peut-être la chose à faire avant tout.  

Voici quelques extraits de ce que les SAM stipulent au niveau des contacts téléphoniques pour les avocats, leurs assistants, la famille et pour les deux personnes autorisées d’avoir un contact téléphonique. J’ai mis certaines parties de ces extraits en gras et je n’ai pas pu m’empêcher d’ajouter un point d’exclamation çà et là.

Un appel téléphonique dans le pays des morts …

D’abord, disent les SAM, il y a la vérification de qui est au téléphone. « Les communications téléphoniques avec son avocat ou son personnel pré-contrôlé effectuées par le détenu doivent être faites par un(e) employé(e) de l’USMS/BOP/DF[3] et l’appareil doit être remis au détenu une fois que l’employé(e) de l’USMS/BOP/DF aura confirmé que la personne à l’autre bout du fil est l’avocat du détenu. »

Puis : « Avant chaque appel téléphonique, l’USMS/BOP/DF informera le détenu des restrictions imposées par MAS sur les appels. L’USMS/BOP/DF informera verbalement le(s) membre(s) de la famille proche du détenu à l’autre bout du fil des restrictions imposées par MAS sur les appels ».

Ensuite, il y a l’enregistrement par la FBI. Tous les appels téléphoniques sont « enregistrés en simultané par le FBI, une copie de l’enregistrement de chaque appel sera transmise au FBI ».

Il y a l’Interdiction d’enregistrer ou de partager le contenu d’une conversation avec une tierce personne. « Le privilège » d’un appel téléphonique (!) » est subordonné aux restrictions supplémentaires suivantes : « lors de l’appel le correspondant ne peut pas mettre sur haut-parleur, ni acheminer, transmettre ou transférer à des tiers les appels téléphoniques ou autres communications du détenu. Aucun appel / échange ou partie d’un appel / échange ne peut être entendu par un tiers, ne sera transféré ou acheminé ou transmis de quelque manière que ce soit à un tiers, ne sera divulgué à un tiers de quelque manière que ce soit…ne sera enregistré ou conservé de quelque manière que ce soit. »

Toute communication avec les médias est interdite : « Il n’est pas permis au détenu de parler aux, de rencontrer, de correspondre avec ou communiquer par d’autres moyens avec un quelconque membre ou représentant des médias en personne, par téléphone, en soumettant un message enregistré, moyennant le courrier, son avocat ou un tiers ou par aucun autre moyen ».

Même un médecin comme la neuropsychiatre belge Carine De Rouck ne peut avoir des contacts téléphoniques avec son patient Trabelsi qu’en présence de l’avocat et « aussi longtemps que l’avocat du détenu sera au téléphone pendant l’appel ». Tous les appels se feront en anglais, sauf si un interprète est disponible pour suivre simultanément l’appel.

Des règles similaires à celles qui valent pour le téléphone s’appliquent au courrier, « qui sera copié et transmis au lieu désigné par le FBI ». Ou aux visites : celles-ci sont prévues uniquement pour la famille proche, « lors des visites il ne peut y avoir aucun contact physique, la visite devant se faire derrière une séparation ».

La coupure quasi-totale du monde extérieur s’ajoute à l’isolement quasi-total au sein de la prison. « Il ne peut partager sa cellule avec un autre détenu ». « Le détenu ne peut pas participer à la prière en groupe avec d’autres détenus ». « Alors qu’il se trouve dans le bloc cellulaire, le détenu sera séparé des autres détenus autant que possible », « le détenu sera empêché de communiquer avec les autres détenus ». 

En cas de non-respect des SAM…

Les sanctions pour non-respect des SAM sont aussi draconiennes que le règlement lui-même.

Les sanctions immédiates pour le détenu et son correspondant en cas de non-respect des règles pendant une échange téléphonique sont les suivantes :  « Si l’USMS/BOP/DF, le FBI ou l’USA/DDC[4] détermine que le détenu a utilisé ou utilise l’occasion de placer un appel permis pour parler avec un autre détenu ou pour toute autre raison non légale qui passerait outre l’intention des SAM, la capacité du détenu de prendre contact avec son avocat par téléphone peut être suspendue ou éliminée ».

« Au cas où la surveillance ou l’analyse des appels téléphonique révèle qu’un appel ou une partie d’un appel impliquant le détenu contient une indication d’une discussion d’une activité illicite, l’encouragement ou la sollicitation d’un acte de violence ou de terrorisme ou un contournement réel ou une tentative de contournement des MAS, il sera interdit au détenu d’appeler les membres de sa famille proche… pendant une durée qui sera déterminée par l’USMS/BOP/DF. Si la surveillance en simultané révèle une telle activité inappropriée, l’appel téléphonique peut être immédiatement coupé ».

Le non-respect des règles SAM par un avocat peut mener à son interdiction de visiter et de représenter son client. Mais ça peut aussi entraîner une condamnation et une incarcération des avocats de la défense. 

Pour non-respect des SAM imposées à son client, le "Sheikh aveugle", le clerc égyptien Omar Abdel Rachman, l’avocate Lynne Stewart a été condamnée en appel à 10 ans de prison ferme le 28 juin 2012. Incarcérée au FMC Carswell à Fort Worth, au Texas, cette avocate du peuple a été condamnée sur cinq chefs d'accusation « de complot en vue d'aider et d'encourager le terrorisme ». Stewart avait publié un communiqué de presse de son client, dans lequel il donnait son opinion sur l’attitude à adopter par l’opposition musulmane en Egypte face aux crimes et meurtres, commis par Hosni Moubarak, le président égyptien d’antan. Stewart a été reconnue coupable d'avoir « violé une SAM », qui interdit la publication des opinions de son client. En janvier 2014, Stewart a été libérée (“compassionate release”), parce qu’elle avait un cancer incurable. Trois ans plus tard, en mars 2017, elle en est morte à 77 ans. En 2012, le président égyptien Mohamed Morsi avait demandé aux États-Unis de transférer Omar Rachman en Égypte pour raisons humanitaires. Demande refusée : Omar Abdel Rachman, est mort en prison en 2017, après plus de 20 ans en prison, à l’âge de 78 ans.

Pour les détenus, les sanctions pour non-respect des SAM consistent à renforcer leur isolement. Accusé d’avoir voulu contourner les SAM, en essayant de faire passer des messages à la presse, Nizar Trabelsi a été mis au cachot pendant 30 jours et s’est vu enlever le droit de faire des appels téléphoniques pendant plusieurs mois. Les correspondants, dont sa femme, ont subi le même sort.

Les raisons de ce traitement inhumain et dégradant : la responsabilité belge

C’est sur base des informations fournies par la Belgique que Nizar Trabelsi a été soumis aux SAM dès le 1 novembre 2013 (un mois après son arrivée aux États-Unis) par le ministre de la Justice des États-Unis. 

Dans les documents américains on peut lire sous le titre : La base des mesures administratives, je cite, : « Moyennant des appels téléphoniques interceptés et autres preuves, les autorités belges découvraient en janvier et février 2007 un complot pour libérer Trabelsi de prison… Selon les rapports de sources ouvertes, vers la fin de 2007, les services de sécurité belges ont déjoué un complot extrémiste pour sortir Trabelsi de prison. De nombreux extrémistes ont été arrêtés, quoique les charges contre eux ont été levées. Tout au long de son incarcération, les autorités belges considéraient Trabelsi comme une menace persistante pour la sécurité. En août 2013, peu avant son extradition vers les États-Unis, les autorités carcérales belges continuaient à considérer Trabelsi comme une menace pour la sécurité. Le directeur général des établissements pénitentiaires belges a conclu qu’il était nécessaire de limiter les contacts de Trabelsi avec les autres prisonniers et d’adopter des mesures en vue de réduire les risques à la sécurité posés par la détention de Trabelsi. »

L’argument de la menace pour la sécurité, je l’ai déjà réfuté dans mon livre Guantanamo chez nous ?. Trabelsi n’a jamais été interpellé, interrogé ou sanctionné pour un plan d’évasion. Même chose pour les « nombreux extrémistes » qui selon les autorités américaines, « ont été arrêtés pour un complot pour sortir Trabelsi de prison ».  Et quant à la direction générale des prisons, elle a toujours été en opposition avec l’avis des directions de prisons. Est-ce vrai, comme disent les Américains, qu’en août 2013, Trabelsi « constituait une menace pour la sécurité » ? Voici ce qu’en disait la direction de la prison d’Ittre où il se trouvait à ce moment : « La direction d’Ittre n’a pas sollicité le transfert de M. Trabelsi vers la prison de Bruges ; M. Trabelsi n’a pas posé de problèmes majeurs au sein de notre établissement durant sa dernière détention à Ittre ».[5]

Ensuite, disent les américains, la deuxième raison est que « Trabelsi a une propension à la violence… qu’il continue son engagement à l’égard des objectifs d’Al Qaida comme le démontre la déclaration qu’il a faite le 3 octobre 2013 au FBI ». Là aussi il s’agit d’une affirmation gratuite et invérifiable, vu que Trabelsi lui-même ne peut pas s’exprimer sur le sujet avec qui que ce soit.  Vu aussi qu’il avait demandé l’asile politique en Belgique :  connaissez-vous un membre d’Al Qaeda qui fait ce genre de demande ? Vu aussi que l’homme a exprimé publiquement son souhait de vivre en paix avec sa famille et qu’il avait renoncé à la violence ?

Enfin, disent les Américains, une troisième raison pour l’imposition des SAM est que le journal De Standaard a écrit le 23 octobre 2013, c’est-à-dire 20 jours après l’extradition de Trabelsi, que « d’autres terroristes islamistes se trouvant en Syrie ont déclaré qu’il existe des plans pour libérer de prison les frères musulmans, dont Trabelsi ».  Mais, est-ce une surprise que chaque extradition illégale, tout traitement à la Guantanamo, enflamme la haine ?

        

---

[1] Sur la condamnation, la détention et l’extradition de Nizar Trabelsi lire : Guantanamo chez nous ? Luk Vervaet, Antidote http://www.antidote-publishers.be/buy-a-book/guantanamo-chez-nous/

[2] http://supermax.be/nizar-trabelsi-belgium-condemned-over-unlawful-extradition-of-terrorist-to-the-us-by-melodie-bouchaud/

[3] United States Marshals Service (usms), Bureau federal des prisons (BOP), Centre de Détention (DF)

[4] USA/DDC : Le procureur des Etats-Unis pour le district de Columbia, FBI : Federal Bureau of Investigation

[5] Cité dans Guantanamo chez nous ? page 22

URGENT ! Merci d’écrire à la direction de la prison de Nizar Trabelsi aux Etats-Unis. Please write to the direction of the prison of Nizar Trabelsi. Dank om te schrijven naar de gevangenis van Nizar Trabelsi

Merci de copier et de poster cette lettre en anglais sur https://www.rrj.state.va.us/contact et de l’envoyer aussi à Col. Phil Grimes :  dgrimes@rrj.state.va.us et à Major Lorri Rohme : lrohme@rrj.state.va.us .

(La traduction en français se trouve en bas).

Dear Sir, Dear Madam

I wish to appeal to you on behalf of Nizar Trabelsi, who is detained in your country since nearly four years after his extradition by Belgium on 3 October 2013. (Please find articles in the press on the condemnation of Belgium by the ECHR, the European Court of Human Rights for his extradition, e.g. https://news.vice.com/article/belgium-condemned-over-unlawful-extradition-of-terrorist-to-the-us ).  

I am concerned about Mr Trabelsi’s treatment in the Rappahannock régional Jail (Stafford).

I learned that the rare phone calls with his family have been cancelled since the beginning of March 2018.  Being without any information or explanation of this measure that cuts Mr Trabelsi’s only link with the outside world, I would be grateful if you would inform me of his whereabouts and give assurances that he is being treated well while in detention.

I would also be grateful to be informed about the news reports in Belgium saying that Mr Trabelsi is held in isolation and denied adequate diet and medical treatment.

I, and all here who share my concern, ask that you inform us of the outcome of your investigation and would appreciate a reply from you as soon as possible. Our concern for his basic rights is a concern for the dignity and well being of all humans.

Thank you in advance for your time on this urgent matter.

Sincerely,

(Traduction en français)

Cher Monsieur, Chère Madame

Je souhaite faire appel à vous au nom de Nizar Trabelsi, qui est détenu dans votre pays depuis près de quatre ans après son extradition par la Belgique le 3 octobre 2013. (Veuillez trouver des articles dans la presse sur la condamnation de la Belgique par la CEDH, la Cour européenne des droits de l'homme, pour son extradition, par exemple sur https://news.vice.com/article/belgium-condemned-over-unlawful-extradition-of-terrorist-to-the-us ).

Je suis préoccupé par le traitement de M. Trabelsi à la prison régionale de Rappahannock (Stafford).

J'ai appris que ses rares appels téléphoniques avec sa famille ont été annulés depuis le début du mois de mars 2018. N'étant pas informé de cette mesure qui coupe le seul lien entre M. Trabelsi et le monde extérieur, je vous serais reconnaissant de bien vouloir m'informer sur les raisons de cette mesure. Et de me rassurer qu'il est bien traité pendant sa détention.

Je serais également reconnaissant d'être informé sur des nouvelles parues dans des reportages en Belgique selon lesquels M. Trabelsi serait détenu en isolement et serait privé d’un régime alimentaire adéquat et de traitement médical.

Moi, et tous ceux qui partagent mes préoccupations, vous demandent de nous informer du résultat de votre enquête et j'apprécierais de recevoir une réponse de votre part au plus vite. Notre préoccupation pour ses droits fondamentaux est basée sur notre souci pour la dignité et le bien-être de tous les êtres humains.

Merci d'avance pour votre temps consacré à cette question urgente.

Cordialement,

Zakia Khattabi (ecolo) dénonce l'extradition illégale de Nizar Trabelsi (20 novembre 2013)

Zakia Khattabi (Ecolo) interpelle la ministre Turtelboom sur l'extradition illégale de Nizar Trabelsi. 

Réaction du président de la commission justice au Sénat, Alain Courtois (MR) : « Madame, accueillez Trabelsi chez vous ». Réaction de la ministre : " Le gouvernement a estimé que le non-respect de la mesure provisoire de la Cour était justifié en vue de l’obligation conventionnelle d’extrader, d’une part, et des considérations précieuses sur le plan de la sécurité publique, d’autre part."

 Texte intégral.

Demande d’explications de Mme Zakia Khattabi à la ministre de la Justice sur «le non-respect d’une décision de la Cour européenne des droits de l’homme dans l’affaire Trabelsi» (n^o 5 4063)

Mme Zakia Khattabi (Ecolo). – Le 6 décembre 2011, la vice-présidente de la section de la Cour européenne des droits de l’homme chargée de l’affaire Trabelsi a décidé d’indiquer au gouvernement belge, en application de l’article 39 du règlement de la Cour, de ne pas extrader le requérant, Monsieur Trabelsi, vers les États-Unis et ce, dans l’intérêt des parties et du bon déroulement de la procédure devant la Cour. La Cour estimait, sur la base de l’article 3 de la Convention européenne des droits de l’homme, qu’il y avait « un risque grave et difficilement réparable pour le condamné de subir un traitement inhumain et dégradant » en cas d’extradition vers les États-Unis.

Or, ce jeudi 3 octobre 2013, après que le Conseil des ministres a confirmé l’ordre d’extradition de M. Trabelsi, ce dernier, convaincu d’être transféré vers la prison d’Ittre, aurait été placé à bord d’un appareil américain, ou affrété par les autorités américaines, qui a décollé immédiatement en direction des États-Unis. Ce n’est que deux heures plus tard, madame la ministre, que vous avez fait une déclaration publique annonçant l’extradition, dans le cadre de laquelle vous avez soutenu que tous les recours avaient été épuisés et que la Belgique avait obtenu les garanties suffisantes de la part des États-Unis, vous référant aux trois conditions posées par la chambre des mises en accusation de Bruxelles dans son arrêt du 10 juin 2010.

Cet arrêt est justement toujours contesté devant la Cour européenne des droits de l’homme qui n’a pas encore rendu sa décision. C’est donc en violation de l’article 34 de la Convention et de la mesure provisoire prise le 6 décembre 2011 sur la base de l’article 39 du règlement de la Cour, que la Belgique a procédé à cette extradition. Cette situation est d’autant plus inacceptable que la Cour a rappelé à plusieurs reprises qu’elle maintenait la mesure provisoire durant le traitement du recours et qu’elle a pris la peine, dès le 6 décembre 2011, d’aviser le ministère belge de la Justice de ce que « lorsqu’un État contractant ne se conforme pas à une mesure indiquée au titre de l’article 39 du Règlement, cela peut entraîner une violation de l’article 34 de la Convention ».

C’est dès lors de manière délibérée et en parfaite connaissance de cause que l’État belge a choisi de ne pas respecter la mesure provisoire et de violer la Convention, préférant avoir à payer une indemnité plutôt que de respecter tant les droits d’un justiciable que ses engagements pris lors de la signature de la Convention et, plus particulièrement, celui de ne pas entraver, par aucune mesure, l’exercice efficace du droit de recours de celui-ci.

C’est la première fois que la Belgique ne respecte pas ses engagements dans le cadre du droit international. Cette violation, condamnée par Amnesty International, par la Ligue des droits de l’homme, par l’Association syndicale des magistrats et par les barreaux, est suffisamment inquiétante pour que vous nous expliquiez quel a été le raisonnement du gouvernement dans cette procédure.

Dans la déclaration publique que vous avez faite après l’extradition, vous avez avancé comme arguments l’épuisement des voies de recours et l’arrêt du Conseil d’État. Or un recours est toujours pendant devant la Cour européenne des droits de l’homme. La Belgique, comme ses cours et tribunaux – dont aussi le Conseil d’État –, est soumise au droit européen et à la juridiction de la Cour européenne des droits de l’homme. L’argumentation ne tient donc pas.

Quels sont dès lors, madame la ministre, les intérêts supérieurs pris en compte par la Belgique et qui pourraient justifier cette violation délibérée des droits de l’homme ? Faut-il s’attendre à l’avenir à ce que l’État belge prenne des libertés avec d’autres décisions de la Cour, voir d’autres instances supérieures, au détriment de la sécurité juridique ? Accessoirement, une telle politique ne privera-t-elle pas bientôt la Belgique de la crédibilité qui lui permettait d’encourager jusqu’il y a peu d’autres États à mieux respecter les droits fondamentaux ?

M. le président. – Outre la sécurité juridique, il y aussi la sécurité du territoire… Si vous voulez, madame Khattabi, vous pouvez accueillir M. Trabelsi chez vous !

Mme Annemie Turtelboom, ministre de la Justice. – Nizar Trabelsi a été extradé vers les États-Unis à la suite de l’arrêt du Conseil d’État du 23 septembre qui avait confirmé cette décision d’extradition.

Cette décision a été prise sur la base de la condamnation de Nizar Trabelsi en Belgique à douze ans d’emprisonnement effectif pour crimes terroristes commis en Belgique. Depuis la fin de sa détention, le 23 juin 2012, il se trouvait toujours emprisonné en attendant son extradition vers les États-Unis sur la base d’un mandat d’arrêt international de ce pays du 16 novembre 2007 concernant les crimes suivants : conspiracy to kill US nationals outside of the USA ; conspiracy and attempt to use weapons of mass destruction ; conspiracy to provide material support and resources to a foreign terrorist organization ; providing material support and resources to a foreign terrorist organization.

La décision a aussi été prise sur la base du fait qu’il n’a pas de permis de séjour en Belgique et que sa demande d’asile politique a été rejetée à deux reprises ; sur la base de la garantie de la part des autorités des États-Unis que cette affaire sera jugée par un tribunal de droit commun et non par un tribunal militaire ou un tribunal d’exception et qu’il ne peut pas être condamné à la peine de mort et, enfin, de l’arrêt du Conseil d’État par lequel tous les recours de droit ont été épuisés, et qui a confirmé la décision d’extradition vers les États-Unis.

Dans sa décision, le Conseil d’État se réfère à plusieurs reprises pour des questions importantes, aux arrêts de la Cour européenne des droits de l’homme, et notamment à l’arrêt Aswat du 16 avril 2013 en ce qui concerne le risque de traitement inhumain et dégradant, les arrêts Vinter et autres (Royaume-Uni) du 9 juillet 2013 et Babar Ahmad et autres (Royaume-Uni) du 10 avril 2013 quant aux risques d’un emprisonnement à perpétuité incompressible.

La détention d’extradition qui a commencé après l’exécution des peines belges, c’est-à-dire le 24 juin 2012, est basée sur la loi relative aux extraditions, notamment en son article 3.

L’extradition avait été accordée par l’arrêté ministériel du 23 novembre 2011, notifié le 6 décembre 2011.

Étant donné le rejet de la requête en annulation devant le Conseil d’État, l’arrêté ministériel était confirmé comme titre valable et justifiait de l’extradition.

La mesure provisoire imposée par la Cour européenne l’était en vertu du règlement de la Cour. La page juridique d’une telle mesure n’est donc pas la convention ni le protocole. La jurisprudence de la Cour estime qu’il existe une obligation de respecter une mesure provisoire.

Dans ce cas, le gouvernement a estimé que le non-respect de la mesure provisoire de la Cour était justifié en vue de l’obligation conventionnelle d’extrader, d’une part, et des considérations précieuses sur le plan de la sécurité publique, d’autre part.

L’État interjettera appel contre l’ordonnance du 3 octobre dernier. La requête et donc l’ordonnance sont intervenus après la remise de M. Trabelsi. Par conséquent, elles sont donc sans objet.

Mme Zakia Khattabi (Ecolo). – Monsieur le président, tout d’abord, je suis scandalisée par la proposition que vous m’avez faite d’accueillir chez moi M. Trabelsi. Je pensais qu’un fin connaisseur du droit tel que vous comprendrait la portée de ma question.

M. le président. – Ma remarque était spontanée et calculée.

Mme Zakia Khattabi (Ecolo). – C’est d’autant plus inquiétant… Madame la ministre, nous n’avons effectivement pas la même analyse juridique. Par ailleurs, les éléments que vous avancez ne contiennent rien de nouveau par rapport à 2011 : on continue à s’interroger sur ce qui a motivé la décision de la Belgique de procéder à l’extradition. Au-delà du scandale juridique, que je ne suis pas la seule à mettre en avant, l’ensemble des acteurs, et des connaisseurs de la législation, notamment en matière de droits de l’homme – M. Courtois mis à part – s’indignent et s’interrogent sur le procédé sciemment utilisé par le gouvernement, et je me réfère ici au problème de respect de la séparation des pouvoirs.

Par ailleurs, je pense surtout aux conséquences dramatiques que cela entraîne, pour la Belgique, sur le plan international, dès lors que notre pays perd toute crédibilité et toute légitimité de faire la leçon aux États qui ne respecteraient pas les droits de l’homme.

Vous avez beau jeu car l’opinion publique ne se sentira pas très concernée et risque même de se réjouir de ce départ. Je m’inquiète quant à moi de savoir que notre gouvernement cautionne de tels procédés de non-respect de nos engagements et des conventions internationales, alors qu’un État démocratique est supposé être respectueux de ces droits de l’homme.

Madame la ministre, depuis cette décision, quelle garantie le citoyen peut-il encore avoir que demain, pour des raisons de sécurité nationale qui ne requièrent aucune motivation de la part de l’administration ou pour satisfaire vos exigences d’un allié puissant, il ne sera pas soumis à l’arbitraire du pouvoir exécutif, quand bien même les décisions de justice lui auraient été favorables ?